Je nieuwe website is klaar.
Al een paar weken, eigenlijk.
Je moet alleen nog de webteksten schrijven.
Dat doe ik gewoon zelf, dacht je. Die website was al duur genoeg. Maar potverdorie, wat is dat schrijven lastig.
Want wat zet je in zo’n tekst?
Je wil geen verkoperige Tell Sell-teksten. Maar te bescheiden is ook niet goed. En wat zet je in vredesnaam op je ‘Over’-pagina, zonder dat het alleen over jezelf gaat?
En dan hebben we het nog niet eens over de lezers. Daar ga je pas echt moeilijk van kijken.
Want wie je klanten ook zijn, ik kan je één ding vertellen: online zijn ze ongeduldig en lui.
Ze willen in een oogopslag je aanbod snappen. Zich begrepen voelen. Een kleine glimlach op hun gezicht krijgen.
Lukt dat niet? Dan klikken ze weg.
Maar ze komen naar mijn website. Dan lezen ze toch?
Veel lezers scannen een tekst. Ze lezen niet alles, maar de stukjes die opvallen.
Titels, tussenkopjes, lijstjes.
Wek je daarmee hun interesse? Dan pas bekijken ze de rest van je teksten. Als die goed geschreven zijn, tenminste.
Daar heb je, heel handig, tekstschrijvers voor. Die schrijven toffe webteksten zodat jij er zelf niet op hoeft te ploeteren. 😉
Doe je het toch liever zelf? No problemo! Dan help ik je op weg met 8 tips om je webteksten te schrijven.
1. Zorg voor overzicht
Zet je belangrijkste informatie bovenaan.
De eerste zin op je website, die leest iedereen. Daar moet je je lezers meteen binnenhalen.
Dus eerst: je aanbod.
(En niet: welkom op onze pagina.)
Daarna: redenen om voor jou te kiezen. Kwaliteit, snelle levering, voordelig, geweldig advies, veel enthousiaste klanten – gooi alles in de strijd om lezers over de streep te trekken.
Dan een blok met reviews, of iets over het bedrijf of jezelf.
Onderaan stuur je aan op actie: neem contact op, plaats een bestelling, schrijf je in voor mijn nieuwsbrief.
2. Benoem concrete voordelen
Als mijn moeder een laptop zoekt wil ze snel internet, prettig typen en makkelijk kunnen Netflixen.
Een Intel i3 processor en DisplayPort aansluiting? Zegt haar niks.
Jij moet uitleggen wat dat betekent. Dat die Intel-processor snel genoeg is voor filmpjes, maar niet voor zware fotobewerking.
Zo vertaal je de eigenschappen van een product naar concrete voordelen.
Niet:
- USB 3.0 kabel met high-speed protocol
- Gemaakt van bamboevezel
- Servicegericht
Maar:
- Met USB 3.0 stream je je favoriete films en games zonder haperingen
- De bamboe in onze sokken maakt ze lekker luchtig en soepel
- Je kunt ons dag en nacht bellen voor spoedreparaties
3. Twijfel niet
Zoals blogkampioen Kitty Killian zegt: wees stellig.
Klanten twijfelen al genoeg van zichzelf. Dat hoef jij niet voor ze te doen.
Dus durf overtuigend te zijn. Tikje arrogant zelfs. Weg met misschien, desgewenst en mocht u interesse hebben.
Nee.
“Wij regelen je boekhouding.”
“Bureau Jop ontwerpt knallend goede websites.”
“Jouw kind wil een speelhuis van Tups.”
Vind je dat eng?
Welnee.
Kom op. Je wéét toch dat je iets goeds levert?
Nou dan.
4. Geef je tekst ritme
Een goede tekst heeft ritme. Korte zinnen. Lange zinnen. Die variatie houdt lezers bij de les.
Het is net als muziek: variatie in lange en korte noten maakt een mooie melodie.
Je test dit het makkelijkst door je teksten hardop te lezen. Loopt het lekker? Of niet?
Zo niet, probeer eens wat er gebeurt als je een lange zin in tweeën hakt of juist twee korte zinnen samenvoegt.
5. Schrijf actief
In actieve zinnen doet het onderwerp van de zin iets.
Onze tool helpt ondernemers bij hun marketing. Onze nieuwsbrief trekt veel lezers. We bouwen uw website in WordPress.
In passieve zinnen ontbreekt de actie.
Onze tool wordt graag gebruikt door ondernemers. De nieuwsbrief wordt veel gelezen. Uw website wordt gebouwd in WordPress.
Merk je het verschil? De passieve zinnen zijn langer en lezen minder fijn. Probeer deze dus te vermijden.
Let in je webteksten vooral op zinnen met ‘wordt’ en door’. Probeer of je die kunt aanpassen. Maar let op, maak er geen onlogische zinnen van. Eén of twee passieve zinnen in je tekst is niet erg.
6. Schrijf zoals je praat (maar dan netter)
Je lezer is geen brede doelgroep of verzonnen buyer persona. Je lezer is Jurre.
Jurre is 36 en hij wil nieuwe koffiekopjes bestellen. Van die mooie. Als cadeautje voor zijn vrouw.
Schrijf je teksten voor Jurre. Vertel hem waarom jouw koffiekopjes de mooiste zijn en jouw webshop het betrouwbaarst.
Dat doe je niet met hippe marketingwoorden of met hoogdravend jargon, maar met duidelijke taal zonder poespas. Zoals je praat – maar dan zonder eh en misschien.
Vind je dit lastig?
Doe eens alsof je een brief schrijft aan een oude vriend. Vertel hem over je bedrijf. En over die mooie koffiekopjes. Wedden dat die tekst beter klinkt?
7. Maak je tekst mooi
Kijk je even mee?
Een goede tekst heeft een prettige opmaak. Hoe meer lezers zich moeten inspannen om te lezen, hoe kleiner de kans dat ze daar zin in hebben. Zorg dus dat je tekst heel makkelijk leesbaar is. De letters zijn niet te klein, de regels niet te lang. De tekst verschilt duidelijk van kleur met de achtergrond. Houd je alinea’s kort: gemiddeld 3-6 tekstregels. Een of twee regels mag ook. Dan blijft je tekst overzichtelijk. En geef je tekst duidelijke titels en tussenkopjes. Da’s trouwens ook goed voor de SEO.
Een goede tekst heeft een prettige opmaak. Hoe meer lezers zich moeten inspannen om te lezen, hoe kleiner de kans dat ze daar zin in hebben. Zorg dus dat je tekst heel makkelijk leesbaar is.
De letters zijn niet te klein, de regels niet te lang. De tekst verschilt duidelijk van kleur met de achtergrond.
Houd je alinea’s kort: gemiddeld 3-6 tekstregels. Een of twee regels mag ook. Dan blijft je tekst overzichtelijk.
En geef je tekst duidelijke titels en tussenkopjes. Da’s trouwens ook goed voor de SEO.
Duidelijk, toch?
8. Controleren en redigeren
Je eerste versie is nooit goed genoeg.
Daarom ga je redigeren.
Ja, dat kost extra tijd. En je hebt er geen zin in. Doe toch maar.
Met redigeren maak je van een ‘mwoah’ tekst een ‘wauw!’ tekst.
Je vist alle taalfouten eruit. De d’s en t’s, spelfoutjes, u en je door elkaar gebruikt.
Je schrapt overbodige woorden. Je kijkt of je verhaal lekker loopt. Of het overzichtelijk is. Of je woorden te vaak herhaalt (tip: zoek synoniemen).
Pas als je alles hebt gecheckt, en dan nog een keer – dan zet je de tekst online.
En hé, is je derde, vierde of tiende versie nou nog steeds niks? Stuur mij dan wat je hebt. Geef ik je eerlijk advies en help ik jou die webteksten af te maken. Kan die nieuwe website eindelijk live.
